Voorschriften inzake gevaarlijke GOEDEREN hebben betrekking op de gevaren tijdens het transport (in het openbaar verkeer). Andere normen kunnen daar van belang zijn dan bij het omgaan met gevaarlijke stoffen. Deze zijn vastgelegd in de voorschriften inzake gevaarlijke STOFFEN.
Bij het vervoer van 617P37 en 617PG37 is het 'gevaarlijkste' de zelfontbranding resp. hier de zelfversnellende ontleding van het peroxide in de beide stoffen, die door te hoge temperaturen, bijvoorbeeld in een vrachtwagen, bij sommige peroxiden kan optreden. Voor het transport speelt het dus in de eerste instantie geen rol, of er al dan niet SVHC-stoffen in zitten. Beide bevatten peroxide als inhoudsstof, daarom UN 3106 (organische peroxide type D) voor beide producten.
Vanuit het oogpunt van de wetgeving inzake gevaarlijke STOFFEN zijn er wel aanzienlijke verschillen tussen beide. Deze worden o.a. in het veiligheidsdatablad via de gevarenaanduidingen, de H-zinnen, beschreven. De H-zinnen stammen uit de wetgeving inzake gevaarlijke stoffen, de omgang/het werken met de gevaarlijke stof. Hier is weliswaar verhitting en eventueel verhitting tot het punt van brandgevaar ook van belang (bijv. bij de opslag) en wordt daarom ook in het veiligheidsinformatieblad behandeld, maar de kankerverwekkende of de voor de voortplanting toxische eigenschap is bij de omgang met de stof volgens de wetgeving inzake gevaarlijke stoffen 'belangrijker'. Er is daar ook sprake van veranderingen in de H-zinnen, wanneer men 617P37 met 617PG37 vergelijkt.
Tegen deze achtergrond kan het UN-nr. niet worden aangepast. Deze wordt bovendien volgens een classificatieprocedure vastgelegd. Bij de classificatie is er geen speelruimte.